sliept uit

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  sliept uit    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈslipt ˈœyt / (2 lettergrepen)

Woordafbreking

• sliept uit

Woordherkomst en -opbouw

• uit sliept (werkwoord) en uit (bijwoord), hiertussen kunnen nog andere woorden staan

Werkwoord

vervoeging van
uitsliepen

sliept (…) uit

1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitsliepen
   

   • Jij sliept uit. 

2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitsliepen
   

   • Hij sliept uit. 

3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitsliepen
   

   • Sliept uit! 

Gangbaarheid

• Het woord sliept uit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.