sleepaak
- sleep·aak
- samenstelling van slepen ww en aak zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | sleepaak | sleepaken |
verkleinwoord |
- plat vrachtschip zonder eigen voortstuwing; platte rivierboot zonder eigen voortstuwing
- ▸ Zondag zal de berging van het verongelukte toestel voortgezet worden. Experts hadden er zaterdag tot diep in de nacht aan gewerkt om het intussen met water volgelopen wrak op een sleepaak te hijsen, waardoor ook de zwarte dozen in de staart van het toestel gerecupereerd kunnen worden.[1]
- Het woord sleepaak staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "sleepaak" herkend door:
56 % | van de Nederlanders; |
37 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Weblink bron dsl“'Held van de Hudson' wilde ramp vermijden” (18/01/2009), De Standaard
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be