„Het is ontnuchterend te beseffen dat de persoon die tijdens de lunch tegenover jou aan tafel zat, moest thuiskomen in smerigheid en vuiligheid, terwijl jij naar huis ging waar een warme maaltijd en een verhaaltje voor het slapengaan op je wachtten.”[2]
De ene groep kreeg een sessie met een slaaptherapeut en werd ook aangeraden geen cafeïne te drinken of smartphones en tablets te gebruiken voor het slapengaan. Een controlegroep kreeg die opdracht niet en woonde ook geen sessie bij.[3]