• slag·fre·quen·tie
enkelvoud meervoud
naamwoord slagfrequentie slagfrequenties
verkleinwoord

de slagfrequentiev

  1. het aantal slagen dat per tijdseenheid gemaakt wordt
     Maar ik had het gevoel dat ik moest rusten, dat mijn benen me niet langer konden dragen, zoals na de afsluiting van de ochtendtraining wanneer je de laatste twee baantjes vrije slag met de hoogste slagfrequentie moest zwemmen.[1]
     De extra tijd werd door 'Kromo' benut om te werken aan details waar ze anders niet aan zou zijn toegekomen. Ze kreeg meer lengte in haar zwemslag, werkte aan een hogere slagfrequentie en legde zich toe op ademhalingsoefeningen.[2]
     Twee dagen eerder gaf Wüst nog een verdienstelijk optreden op de 3000 meter waar ze als vierde eindigde. In die race kwam ze naar eigen zeggen goed in haar slag en kon ze lange tijd 'ontspannen' schaatsen. Op de 1500 meter moet de slagfrequentie beduidend omhoog en kwam Wüst in de problemen.[3]


  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Echte Amerikaanse jeans” (2017), Uitgeverij Prometheus  , ISBN 9789044632767
  2.   Weblink bron
    Luuk Blijboom
    “Hoe corona een bondgenoot werd voor 'Kromo' en een vijand voor Zonderland” (Vrijdag 23 juli 2021), NOS
  3.   Weblink bron “Wüst over eigen prestatie: Dit is schandalig” (12 december 2009,), Het Parool