slaapsok
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- slaap·sok
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | slaapsok | slaapsokken |
verkleinwoord | slaapsokje | slaapsokjes |
Zelfstandig naamwoord
- een sok die je tijdens de slaap kunt dragen om de voeten warm te houden
- ▸ Ik deed alle kleren aan die ik nog bij me had, gebruikte mijn slaapsokken als handschoenen en stopte mijn voeten in plastic zakken om te voorkomen dat ze af zouden vriezen.[2]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'slaapsok' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers