slaapkamerdeur
- slaap·ka·mer·deur
- samenstelling van slaapkamer en deur
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | slaapkamerdeur | slaapkamerdeuren |
verkleinwoord | slaapkamerdeurtje | slaapkamerdeurtjes |
- de deur van een slaapkamer
- Via de slaapkamerdeur kun je naar de badkamer.
- De bezorgde moeder keek om de hoek van de slaapkamerdeur van de kinderen om te kijken of ze al sliepen.
- Het woord slaapkamerdeur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.