slaapboek

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  slaapboek    (hulp, bestand)
• IPA: /ˈslaːp.buk/

Woordafbreking

• slaap·boek

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  slaap ww  en  boek 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	slaapboek	slaapboeken
verkleinwoord	slaapboekje	slaapboekjes

Zelfstandig naamwoord

het slaapboek o

1. boek die men voor het slapengaan leest

Gangbaarheid

• Het woord 'slaapboek' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.