Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ski·was
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord skiwas skiwassen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

skiwas m/o

  1. was waarmee men het oppervlak van een ski glad maakt zodat de ski beter glijdt

Gangbaarheid

54 % van de Nederlanders;
56 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be