sinusgolf

Nederlands

sinusgolf

Uitspraak

• Geluid:  sinusgolf    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• si·nus·golf

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  sinus zn  en  golf zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	sinusgolf	sinusgolven
verkleinwoord	sinusgolfje	sinusgolfjes

Zelfstandig naamwoord

de sinusgolf v / m

1. simpelste golfvorm samengesteld uit slechts één toon

   ▸ De zon voegde een sinusgolf toe.

   ▸ Terwijl hij naar de muur vol monitors keek, probeerde de generaal de intuïtieve grafische weergaven te lokaliseren die ze op het NAsA-controlecentrum hadden gekregen: een rode lijn die zich als een slang over de wereldkaart bewoog en een sinusgolf vormde op de platte weergave van de kaart.

   ▸ Maar deze keer is het anders. Ja, de ruis is er ook. Maar daarbovenuit prijkt een veel sterker signaal: een sinusgolf die op een neer gaat. Steeds sterker. Steeds sneller. Totdat hij snel uitsterft en de achtergrondruis het weer overneemt.’

Gangbaarheid

• Het woord 'sinusgolf' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.