Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • si·nas
enkelvoud meervoud
naamwoord sinas
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de sinasm

  1. (drinken) gele of oranje frisdrank met sinaasappelsmaak die vaak koolzuur bevat
    • Tijdens het eten dronk ik een glaasje sinas. 

Gangbaarheid

96 % van de Nederlanders;
40 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be