shutter
- shut·ter
- uit het Engels [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | shutter | shutters |
verkleinwoord |
- (bouwkunde) horizontale strippen die gekanteld kunnen worden in een kozijn en zo naar believen een raam open of dicht kunnen maken of de zon kunnen weren als de lamellen ondoorzichtig zijn
- rolluik
- Het woord shutter staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "shutter" herkend door:
59 % | van de Nederlanders; |
52 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ shutter op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be