shockeren
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- shoc·ke·ren
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
shockeren |
shockeerde |
geshockeerd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
shockeren
- overgankelijk een emotionele schok bij iemand veroorzaken
- Zijn opzichtig optreden shockeerde het bezadigde gezelschap.
- De president shockeerde het volk met zijn beledigende uitspraken.
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord shockeren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "shockeren" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ https://onzetaal.nl/taaladvies/shockeren-choqueren
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be