sfirot
- sfi·rot
de sfirot mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord sfira
- alleen meervoud (Jiddisch-Hebreeuws) de tien primaire eigenschappen van Gods scheppend handelen (kabbalistische term, voor het eerst voorkomend in het Sefer Jetsira)
- Het woord 'sfirot' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.