serveerde uit
- ser·veer·de uit
vervoeging van |
---|
uitserveren |
serveerde uit
- enkelvoud verleden tijd van uitserveren
- Ik serveerde uit.
- Jij serveerde uit.
- Hij, zij, het serveerde uit.
- Ik serveerde uit.
- Het woord serveerde uit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.