uitserveren
- Geluid: uitserveren (hulp, bestand)
- uit·ser·ve·ren
- samenstelling van uit bw en serveren ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
uitserveren |
serveerde uit |
uitgeserveerd |
zwak -d | volledig |
uitserveren
- ditransitief bedienen, meestal met betrekking tot eten en drinken.
- Het diner kan tot en met 12 personen worden uitgeserveerd aan de grote tafel.
- U krijgt dit uitgeserveerd op een bedje van zeekraal.
- Het woord uitserveren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.