scrollen gaan makkelijker met het scrollwieltje van de muis
  • scrol·len

scrollen

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
scrollen
scrolde
gescrold
zwak -d volledig
  1. (informatica) het verschuiven van de weergegeven inhoud op een computerbeeldscherm
  2. (informatica) het navigeren in een groot document
    • Beeld je in dat voor jou een kubus ligt. De kubus kan naar links rollen, naar rechts, naar voor of naar achter. Op de bodem van de kubus staat een zwarte stip. Rol de kubus in je hoofd achtereenvolgens naar voor, links, links, voor, rechts, achter, rechts. Waar staat nu de stip? Kan jij out-of-the-box denken en tot de juiste oplossing komen? Scroll naar beneden om te controleren of je het bij het juiste eind hebt. [1] 
    • De dagboekaantekeningen van de studenten geven een confronterend inkijkje in hun zieleroerselen. Surfen blijkt niet alleen een onschuldig tijdverdrijf, maar ook een aanslag op de vrije wil. Door te scrollen 'leg ik mijn geest als het ware lam', beseft student Anne Jan plots. Schnitzler duidt dat als een gevaarlijke verbreking van 'de verbinding met jezelf'. [2] 


99 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[3]
  1. de Standaard 27/oktober/2017 door ehu
  2. Volkskrant Fokke Obbema 21 oktober 2017
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be