scrofuleus
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: scrofuleus (hulp, bestand)
Woordafbreking
- scro·fu·leus
Woordherkomst en -opbouw
- uit het Latijn [1]
stellend | |
---|---|
onverbogen | scrofuleus |
verbogen | scrofuleuze |
partitief | scrofuleus |
Bijvoeglijk naamwoord
scrofuleus [2]
- lijkend op een klier
- (medisch) lijdend aan tuberculose
- ▸ Maar het lelijke, ziekelijk en scrofuleus uitziende meisje, dat op haar moeder leek, begon bij het zien van die vreemde man te schreeuwen en probeerde weg te lopen.[3]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'scrofuleus' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ scrofuleus op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ “Oorlog en Vrede” (1869), van Oorschot, ISBN 978902825115 1