schrikte terug
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- schrik·te te·rug
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
terugschrikken |
schrikte terug
- enkelvoud verleden tijd van terugschrikken
- Ik schrikte terug.
- Jij schrikte terug.
- Hij, zij, het schrikte terug.
- Ik schrikte terug.
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord schrikte terug staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.