schrijfcursus
- schrijf·cur·sus
- samenstelling van schrijf ww en cursus zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | schrijfcursus | schrijfcursussen |
verkleinwoord | schrijfcursusje | schrijfcursusjes |
de schrijfcursus m
- (onderwijs) reeks lessen waarin men leert hoe men teksten moet maken
- ▸ Ik was naar Virginia verhuisd, waar ik mijn heil zocht in een schrijfcursus, maar ik schreef vooral over de moeilijke situatie waarin ik me nog steeds bevond.[1]
- ▸ Elena Almagro, een vrouw van in de 60, besloot na aanmoediging van de burgemeester en haar kleinzoon mee te doen aan een schrijfcursus, zodat ze ook kon gaan twitteren. “Het was alsof ik de maan bezocht, met al die computerschermen.” Inmiddels twittert ze volop, bijvoorbeeld tijdens een raadsvergadering. “En als ik naar de burgemeester Twitter, reageert hij. Ik heb het gevoel dat mijn tweets er toe doen."[2]
- ▸ Inmiddels heeft hij een lees- en schrijfcursus gevolgd en schaamt hij zich minder voor zijn leerachterstand. Maar nog steeds kan hij geschreven communicatie niet goed begrijpen.[3]
- Het woord schrijfcursus staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Lulu Miller“Waarom vissen niet bestaan” (2023), Lebowski Publishers , ISBN 9789048867325
- ↑ Weblink bron “Spaans dorp wil af van papierwerk: stuur maar een tweet” (2 juli 2015), NOS
- ↑ Weblink bron “Laaggeletterden: deze wereld wordt steeds lastiger te begrijpen” (12 december 2017), NOS