Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • schraapt weg
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
wegschrapen

schraapt (...) weg

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wegschrapen
    • Jij schraapt weg. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wegschrapen
    • Hij schraapt weg. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van wegschrapen
    • Schraapt weg! 

Gangbaarheid