Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • schraapt

Werkwoord

vervoeging van
schrapen

schraapt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van schrapen
    • Jij schraapt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van schrapen
    • Hij schraapt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van schrapen
    • Schraapt!