schotelden voor
- Geluid: schotelden voor (hulp, bestand)
- IPA: / ˈsxotəldə(n) ˈvor / (4 lettergrepen)
- scho·tel·den voor
- uit schotelden (werkwoord) en voor (bijwoord), hiertussen kunnen nog andere woorden staan
vervoeging van |
---|
voorschotelen |
schotelden (…) voor
- meervoud verleden tijd van voorschotelen
- Wij schotelden voor.
- Jullie schotelden voor.
- Zij schotelden voor.
- Wij schotelden voor.
- Het woord schotelden voor staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.