schoot af
- schoot af
vervoeging van |
---|
afschieten |
schoot af
- enkelvoud verleden tijd van afschieten
- Ik schoot af.
- Jij schoot af.
- Hij, zij, het schoot af.
- Ik schoot af.
- Het woord schoot af staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.