Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • schon·ken bij
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
bijschenken

schonken (…) bij

  1. meervoud verleden tijd van bijschenken
    • Wij schonken bij. 
    • Jullie schonken bij. 
    • Zij schonken bij. 

Gangbaarheid