Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • scho·len·com·plex
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord scholencomplex scholencomplexen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het scholencomplexo

  1. (onderwijs) aantal op eenzelfde terrein gelegen schoolgebouwen

Gangbaarheid