schikgodin Atropos
  • schik·go·din
enkelvoud meervoud
naamwoord schikgodin schikgodinnen
verkleinwoord

de schikgodinv

  1. een godin die (vaak op een wrede wijze) over het leven van mensen beschikt
     Gemiddeld komt de QWIC er prima vanaf bij de testers. Opvallend is dat er uitschieters naar boven en beneden zijn. ‘Goede vering’, ‘goede wegligging’, ‘krachtige ondersteuning’, ‘schakelt soepel’, ‘rijdt als een schikgodin’, maar ook ‘slechte vering’ en ‘schakelt niet prettig’. Kortom dit is zo’n beestje waarvan je moet houden.[2]
     Hij ging er speciaal zijn rijbewijs voor halen, want het basiskamp, een minuscuul sheltertentje, zou op anderhalf etmaal van de bewoonde wereld worden opgezet door hemzelf en ene Jet. Eerlijke loting had zulks bepaald, maar ook een wrede schikgodin, want die Jet, verklaarde Hähnchen met plotselinge twinkeloogjes, was by far het lekkerste wijf van het eerste jaar, nee, van de complete Bosatlas - daar kon hij ook niks aan doen, feitelijk.[3]
     De titel van het boek is ontleend aan een van de wonderlijke verhalen uit deze wereld: het verhaal over de Jufferboom in Hoog Soeren bij Apeldoorn, van waaruit de witte Juffer (een schikgodin) ooit twee passerende arme broers toefluisterde: „Diep in het Heidens gat/ begraven ligt een schat/ Wie hem bij volle maan weet uit te spitten/ en daarbij zwijgen kan, zal hem bezitten.”[4]
63 % van de Nederlanders;
68 % van de Vlamingen.[5]
  1. schikgodin op website: Etymologiebank.nl
  2.   Weblink bron
    Leo van Marrewijk
    “Fietsen getest: Dit zijn de beste (elektrische) fietsen uit de AD Fietstest” (21-04-2018), Tubantia
  3.   Weblink bron “Wanneer je vriendin met haar zwoele baas op reis gaat” (15 april 2016), de Volkskrant
  4.   Weblink bron
    Dr. G. van den Brink
    “Een boeiende Veluwse wandeltocht” (17-12-2003), Reformatorisch Dagblad
  5.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be