Middelhoogduits

Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

scherhâr, o

  1. (historisch) lange ongelijke wollen vezels, die tijdens het produceren van doek worden afgesneden door gelijkmatig afscheren van geweven en geverfde wollen weefsels
Verbuiging
  • o, sterk
Opmerkingen