Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • sche·mer·den door
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
doorschemeren

schemerden (…) door

  1. meervoud verleden tijd van doorschemeren
    • Wij schemerden door. 
    • Jullie schemerden door. 
    • Zij schemerden door. 

Gangbaarheid