schellinkje
- Geluid: schellinkje (hulp, bestand)
- schel·lin·kje
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | - | - |
verkleinwoord | schellinkje | schellinkjes |
het schellinkje o dim. tant.
- (informeel) goedkoopste rang in een schouwburg, waarvoor de toegangsprijs in de orde van een schelling placht te zijn
het schellinkje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord schelling
- Het woord schellinkje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.