scheert af
- Geluid: scheert af (hulp, bestand)
- IPA: / ˈsxert ˈɑf / (2 lettergrepen)
- scheert af
vervoeging van |
---|
afscheren |
scheert (…) af
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afscheren
- Jij scheert af.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afscheren
- Hij scheert af.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van afscheren
- Scheert af!
- Het woord scheert af staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.