schathemeltjerijk
- Geluid: schathemeltjerijk (hulp, bestand)
- IPA: / ˈsxɑtheməlcəˌrɛik / (5 lettergrepen)
- schat·he·mel·tje·rijk
- intensiverende vorm van schathemelrijk bn met het achtervoegsel -tje na "hemel"
stellend | |
---|---|
onverbogen | schathemeltjerijk |
verbogen | schathemeltjerijke |
schathemeltjerijk
- buitengewoon veel geld of eigendommen hebbend
- ▸ ‘Knap hoor,’ zegt ze. ‘Je bent een goede verkoper. We worden vast schathemeltjerijk.’[1]
- Het woord 'schathemeltjerijk' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Weblink bron Janny van der Molen & Hans Kuyper“Altijd feest!: samen de feesten van het jaar vieren”, 2e druk (2014), Uitgeverij Ploegsma, Amsterdam, ISBN 9789021673561, p. 89