schathemeltjerijk

  • schat·he·mel·tje·rijk
stellend
onverbogen schathemeltjerijk
verbogen schathemeltjerijke

schathemeltjerijk

  1. buitengewoon veel geld of eigendommen hebbend
     ‘Knap hoor,’ zegt ze. ‘Je bent een goede verkoper. We worden vast schathemeltjerijk.’[1]
  1.   Weblink bron
    Janny van der Molen & Hans Kuyper
    “Altijd feest!: samen de feesten van het jaar vieren”, 2e druk (2014), Uitgeverij Ploegsma, Amsterdam, ISBN 9789021673561, p. 89