• scha·pen·li·chaam
enkelvoud meervoud
naamwoord schapenlichaam schapenlichamen
verkleinwoord

het schapenlichaamo

  1. het lijf van een schaap
     Ze moesten het materiaal dus verwarmen met vuur en bovendien een systeem bedenken om de stammen boven het vuur om te draaien op ongeveer dezelfde manier als zuiderlingen schapenlichamen boven open vuur roteerden.[1]


  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Kop in het zand” (2015), Uitgeverij Prometheus  , ISBN 9789044628142