schakelden uit
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: schakelden uit (hulp, bestand)
- IPA: / ˈsxakəldə(n) ˈœyt / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- scha·kel·den uit
Woordherkomst en -opbouw
- uit schakelden (werkwoord) en uit (bijwoord), hiertussen kunnen nog andere woorden staan
Werkwoord
vervoeging van |
---|
uitschakelen |
schakelden (…) uit
- meervoud verleden tijd van uitschakelen
- Wij schakelden uit.
- Jullie schakelden uit.
- Zij schakelden uit.
- Wij schakelden uit.
Gangbaarheid
- Het woord schakelden uit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.