• schaats·pe·lo·ton
enkelvoud meervoud
naamwoord schaatspeloton schaatspelotons
verkleinwoord

het schaatspelotono

  1. (sport) verzameling van (wedstrijd)schaatsers
     En als je de lijst van woonplaatsen van schaatsers uit het huidige schaatspeloton erbij pakt, dan vind je daar een prachtverzameling aan dorpen met exotische namen.[1]
     Later dit jaar strijkt het schaatspeloton wederom neer in Salt Lake City voor een wereldbekerwedstrijd. Een nieuwe kans voor Wüst om het wereldrecord van Miho Takagi (1.49,83) aan te vallen, al denkt ze daar voorlopig nog niet aan.[2]
  1. Jessica Merkens
    “Op eigen houtje” (2023), Ambo/Anthos uitgevers  , ISBN 9789026360930
  2.   Weblink bron “Ontlading bij Wüst na 21ste wereldtitel: 'Wilde zo graag vandaag goed zijn'” (Zondag 16 februari 2020, 21:51), NOS