• schaats·gek·te
enkelvoud meervoud
naamwoord schaatsgekte -
verkleinwoord - -

de schaatsgektev

  1. het verschijnsel dat veel mensen bijzonder enthousiast worden vanwege de mogelijkheid te schaatsen op natuurijs
    • Als het erop lijkt dat de Elfstedentocht geschaatst kan gaan worden, barst in Nederland de schaatsgekte los.