scepticus

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  scepticus    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• scep·ti·cus

Woordherkomst en -opbouw

• Afgeleid van sceptisch met het achtervoegsel -icus

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	scepticus	sceptici
verkleinwoord	scepticusje	scepticusjes

Zelfstandig naamwoord

de scepticus m

1. iemand die erg twijfelt aan een bepaald onderwerp

Afgeleide begrippen

• euroscepticus

Gangbaarheid

• Het woord scepticus staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "scepticus" herkend door:

97 %	van de Nederlanders;
96 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.