sakkerju
- sak·ker·ju
- bastaardvloek, van Frans sacredieu tw , letterlijk: "heilige God", in de betekenis van ‘tussenwerpsel: bastaardvloek’ voor het eerst aangetroffen in 1984 [1] [2] [3]
sakkerju
- (krachtterm) uitroep van schrik, afkeer of verbazing
- ▸ ‘Sakkerju,’ zei Harmen. ‘'t Is donker: we hadden wel een dievenlantarentje mee mogen brengen!’[4]
- Het woord 'sakkerju' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ sakkerju op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "sakkerju" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Weblink bron “De scheepsjongens van Bontekoe.”, 28e druk (2003), Leopold, Amsterdam, ISBN 9025842410, p. 205