Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ruim·de leeg
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
leegruimen

ruimde (…) leeg

  1. enkelvoud verleden tijd van leegruimen
    • Ik ruimde leeg. 
    • Jij ruimde leeg. 
    • Hij, zij, het ruimde leeg. 

Gangbaarheid