rozmazávat

Tsjechisch

Uitspraak

• IPA: /rozmazaːvat/

Woordafbreking

• roz·ma·zá·vat

Woordherkomst en -opbouw

• Afgeleid van het werkwoord rozmazat met het invoegsel -॔va-

Werkwoord

rozmazávat imperfectief  

1. uitsmeren

Vervoeging

		enkelvoud	meervoud
eerste persoon		rozmazávám	rozmazáváme
tweede persoon	informeel	rozmazáváš	rozmazáváte
	formeel	rozmazáváte
derde persoon		rozmazává	rozmazávají

Schrijfwijzen

• Oude schrijfwijze: rozmazávati imperfectief

Synoniemen

• rozmazovat imperfectief / rozmazat / rozmaznout perfectief

Afgeleide begrippen

• rozmazávání o

Typische woordcombinaties

• rozmazávat se

Verwante begrippen

• rozmazání o
• rozmazaný
• rozmazat se / rozmáznout se perfectief

Verwijzingen

• Internetová jazyková příručka - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)