Nederlands

 
roquefort
Uitspraak
Woordafbreking
  • ro·que·fort
Woordherkomst en -opbouw
  • uit het Frans [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord roquefort roqueforts
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de roquefortm

  1. rauwmelkse, Franse, blauwgeaderde schimmelkaas gemaakt van schapenmelk en met een pittige smaak
    • De Nederlandse Voedsel- Warenautoriteit (NVWA) waarschuwt zondag voor de gevaren van consumptie van een 'Frans kaasje'. Het gaat om de aanwezigheid van escherichia coli (variant 026) in rauwmelkse kaas van roquefort met barcode EE1632, identificatie FR 120203 022CE. De houdbaarheidsdatum is 8 mei 2015. De kaas is te koop in supermarkten in pakjes van honderd gram. De NVWA zegt dat die kaas niet gegeten mag worden en moet worden weggegooid. [2] 
    • Noem mij een ouderwets moedertje, maar mijn zoon eet wat de pot schaft. En waarom ook niet? Ik bereid geen stront. Zelfs toen hij net leerde eten, als dreumes, heb ik hem gewoon alles voorgeschoteld. Hij kon zijn lieve oogjes rood huilen, maar iets anders kreeg hij niet. Het zal wel harteloos van me zijn. Maar nu verorbert hij zonder moeite spruitjes, witlof met roquefort of een salade van bietjes met haring. [3] 
    • Van een plukkie mozzarella, een toefje chèvre een blokje Emmentaler tot een brokje roquefort. Je zou verwachten dat zo’n kazige pizza een flinke diameter heeft om ruimte te bieden aan alle 111 soorten. Toch slaagde de chef van Vadoli erin alle stukjes op een normaal formaat pizza te plaatsen. Compleet met alle cheesy toppings weegt ie wel een flinke 288, 6 gram. [4] 
Synoniemen
Hyperoniemen

Gangbaarheid

92 % van de Nederlanders;
93 % van de Vlamingen.[5]

Meer informatie

Verwijzingen