rookt uit
- rookt uit
vervoeging van |
---|
uitroken |
rookt (...) uit
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitroken
- Jij rookt uit.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitroken
- Hij rookt uit.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitroken
- Rookt uit!
- Het woord rookt uit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.