Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • rook·ca·fé
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord rookcafé rookcafés
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het rookcaféo

  1. een horecagelegenheid waar roken is toegestaan
    • Groningen heeft eerste legale rookcafé: Groningen heeft een café waar legaal gerookt mag worden. De eigenares van buurtcafé De Balk heeft de bar verplaatst naar een opberghok, waardoor het café zelf dienst doet als rookruimte. [1] 
    • Naast vier koks die we rechtstreeks uit China hebben laten komen hebben we een Nederlandse kok aangenomen die de westerse keuken tot in de finesses beheert. We beginnen met zo’n twintig man personeel.” Trots wijzen Yung-To en Yung-Fung de grote kinderspeelruimte aan. En het intieme rookcafé. Maar ook de grote open keuken precies tussen de twee vroegere zalen van De Tankenberg in. [2] 
    • De politie viel de winkel, die toen nog Rookcafé Moonlight heette, en de naastgelegen smartshop Joy eind oktober binnen vanwege de vermeende verkoop van marihuana. In schuurtjes achter het pand werden lege zakken met een sterke henneplucht aangetroffen. [3] 

Gangbaarheid

93 % van de Nederlanders;
91 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen