rondstuiteren
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- rond·stui·te·ren
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van rond bw en stuiteren ww
Werkwoord
rondstuiteren
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
rondstuiteren |
stuiterde rond |
rondgestuiterd |
zwak -d | volledig |
- ergens zeer druk en ongecoördineerd rondspringen
- ▸ Iemand vertelt je dat hij eigenlijk in Italië had moeten zitten om er te trouwen, een ander baalt dat hij deze zomer niet met vrienden kan rondstuiteren op een metalfestival.[1]
- ▸ Hilariteit om rondstuiterende vink: Met zijn lange, gitzwarte veren en sierlijke staart is de Hanenstaartwidavink een stijlvolle verschijning op de Afrikaanse savannes. Tot het mannetje aan zijn paringsdans begint...[2]
Gangbaarheid
- Het woord 'rondstuiteren' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “De camping in plaats van de Olympische Spelen: ‘Dit is natuurlijk het andere uiterste’” (24 juli 2020), de Volkskrant
- ↑ Weblink bron “Hilariteit om rondstuiterende vink” (13 dec. 2016), De Telegraaf