rondkomen
- rond·ko·men
- samenstelling van rond en komen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
rondkomen |
kwam rond |
rondgekomen |
klasse 4 | volledig |
rondkomen
- ergatief in staat zijn van zijn inkomsten te leven
- Hij vond wel een nieuwe baan, maar ze konden er nauwelijks van rondkomen.
- Het woord rondkomen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "rondkomen" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be