rondbanjeren
- rond·ban·je·ren
- samenstelling van rond bw en banjeren ww
rondbanjeren
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
rondbanjeren |
banjerde rond |
rondgebanjerd |
zwak -d | volledig |
- met een stampende tred ergens rondlopen
- We rijden, onder een boog van palmbladeren en lampjes, Marina Resort Waterland op. Dit is de enige plek waar je met een zeilboot aan een steiger kunt liggen in Suriname, voor Tom na 14 dagen op zee de ideale plek. Lekker rondbanjeren met vaste grond onder de voeten.[1]
- Omdat mijn Vlam haar jongens laat rondbanjeren op het strand, heb ik tijd voor een cursus lassen.[2]
- Het woord rondbanjeren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "rondbanjeren" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
55 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ de Telegraaf 14 feb. 2018 [14 feb. 2018 Suriname in balans]
- ↑ de Telegraaf JEROEN HENDRIKS 01 aug. 2017 Las-tig
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be