Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ro·man·ti·cus
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord romanticus romantici
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de romanticusm [1]

  1. kunstenaar die de romantische stijl aanhangt
    • Barend Cornelis Koekoek is een echte romanticus. 
  2. iemand die romantisch is in zijn denken, voelen en handelen
    • de romanticus maakte heftige en lange liefdesgedichten, hij had een echt overstromend gemoed. 

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen