• roep bij·een
vervoeging van
bijeenroepen

roep bijeen

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bijeenroepen
    • Ik roep bijeen. 
  2. gebiedende wijs van bijeenroepen
    • Roep bijeen! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bijeenroepen
    • Roep je bijeen?