roeiapparaat
- roei·ap·pa·raat
samenstelling van roei ww en apparaat zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | roeiapparaat | roeiapparaten |
verkleinwoord | roeiapparaatje | roeiapparaatjes |
het roeiapparaat o
- fitnessapparaat waarmee je roeibewegingen kunt maken zonder in een boot te zijn en zonder op het water te zijn
- `Alsjeblieft Luc, berg dat roeiapparaat op. Ik word gek van het getik van de roeispanen op het parket.' [1]
- Het concept slaat blijkbaar aan, want Van den Berkmortel breidde het aantal hometainers in zijn snackbar al uit van vier naar tien. De man heeft zelfs plannen voor de aanschaf van roeiapparaten en een crosstrainer. [2]
- Het woord 'roeiapparaat' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Sandes, DavidDe wondermethode 2006 ISBN 9044509543 pagina 10
- ↑ de Standaard 20/november/2009 jns