risicobeoordeling

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ri·si·co·be·oor·de·ling
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord risicobeoordeling risicobeoordelingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de risicobeoordelingv

  1. inschatting van de kans dat men gevaar loopt
     Dat staat in het rapport Risicobeoordeling Roodvleesketen, over de risico's voor de volksgezondheid en dierenwelzijn. Daarin gaat het onder meer ook over het tegengaan van fraude in de vleessector en besmetting met ziekmakende bacteriën.[1]
     "Helaas is er geen risicobeoordeling gemaakt toen begonnen is met die rubbergranulaatkorrels. Als dit probleem toen al duidelijk gesignaleerd was, hadden we intussen een heel uitvoerig onderzoek gedaan kunnen hebben."[2]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    NOS Nieuws
    “NVWA wil alsnog verbod op ritueel slachten” (Vrijdag 30 oktober 2015, 21:14), NOS
  2.   Weblink bron
    Rinke van den Brink
    “'Ook na onderzoek geen duidelijkheid over risico's kunstgrasvelden'” (Maandag 19 december 2016, 16:00), NOS