riposteren
- Geluid: riposteren (hulp, bestand)
- IPA: / ripɔsˈterə(n) / (4 lettergrepen)
- ri·pos·te·ren
- uit het Frans [1]
riposteren [2]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
riposteren |
riposteerde |
geriposteerd |
zwak -d | volledig |
- zich op een gevatte wijze verdedigen in een debat; iemand van repliek dienen
- ▸ In totaal heeft het ISS al bijna 100 miljard euro gekost: zo'n 2 miljard voor ruwweg elke ton materiaal die het gevaarte weegt. En dat leidt natuurlijk tot kritiek. Volgens tegenstanders had dat geld beter gebruikt kunnen worden voor nuttig werk op aarde. Voorstanders riposteren dat kennis over de ruimte óók uiterst nuttig is voor het leven op aarde.[3]
- ▸ Bij de Algemene Beschouwingen, die vandaag beginnen, zal de oppositie zich luidkeels keren tegen dat omstreden plan. De coalitie zal riposteren dat het toch doorgaat, om Nederland als het vestigingsland aantrekkelijker te maken voor multinationals.[4]
- schermen een aanval weerstaan
- [1] antwoorden
- Het woord riposteren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "riposteren" herkend door:
46 % | van de Nederlanders; |
62 % | van de Vlamingen.[5] |
- ↑ riposteren op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Thomas van der Kolk“Wat is het ISS eigenlijk?” (21-12-2011), Tubantia
- ↑ Weblink bron Hanneke Keultjes“Hoofdpijndossier dividendtaks kaapt ook politieke beschouwingen” (19-09-2018), Tubantia
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be